Schip voor dagtochten met toegestaan aantal passagiers van 251 tot en met 600 in de exploitatiewijze A1 dat niet de Duits-Nederlandse grens overschrijdt met ten hoogste 250 passagiers aan boord, met de uitrustingsstandaard S1.

De minimumbemanning bestaat uit

  • een schipper, een matroos en een lichtmatroos; of
  • een schipper en een machinist of volmatroos.

De matroos mag worden vervangen door een lichtmatroos, die de leeftijd van 17 jaar heeft bereikt, zich ten minste in het derde leerjaar bevindt en een jaar vaartijd in de binnenvaart kan aantonen.

De minimumbemanning kan voor de duur van ten hoogste drie maanden in een kalenderjaar met een lichtmatroos, die een schippersschool bezoekt, worden verminderd. Opeenvolgende periodes met een verminderde bemanning worden met een periode van minimaal één maand onderbroken. Het bezoek aan de schippersschool wordt aangetoond met een verklaring van de schippersschool die zich aan boord bevindt, waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven.

Wanneer de uitrusting niet voldoet aan de standaard S1, dient de minimumbemanning te worden verhoogd met één matroos.
Voldoet de uitrusting slechts gedeeltelijk aan de standaard S1 dan moet de verhoogde matroos worden vervangen door een volmatroos.
De verhoging van de vereiste bemanning wordt door de Commissie van Deskundigen onder nummer 47 van het binnenschipcertificaat ingeschreven.