Schip voor dagtochten met toegestaan aantal passagiers van 251 tot en met 600 in de exploitatiewijze A1 met de uitrustingsstandaard S1.

De minimumbemanning bestaat uit

  • een schipper, een volmatroos en een machinist of matroos; of
  • een schipper, een volmatroos en twee lichtmatrozen.

De minimumbemanning kan voor de duur van ten hoogste drie maanden in een kalenderjaar met een lichtmatroos, die een schippersschool bezoekt, worden verminderd. Opeenvolgende periodes met een verminderde bemanning worden met een periode van minimaal één maand onderbroken. Het bezoek aan de schippersschool wordt aangetoond met een verklaring van de schippersschool die zich aan boord bevindt, waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven.

Wanneer de uitrusting niet voldoet aan de standaard S1, dient de minimumbemanning te worden verhoogd met één matroos.
Voldoet de uitrusting slechts gedeeltelijk aan de standaard S1 dan moet de verhoogde matroos door twee volmatrozen worden vervangen.
De verhoging van de vereiste bemanning wordt door de Commissie van Deskundigen onder nummer 47 van het binnenschipcertificaat ingeschreven.