Duwboot + 2 duwbakken*) of motorschip +1 duwbak*) in de exploitatiewijze A1 met de uitrustingsstandaard S2 dat de Duits-Nederlandse grens niet overschrijdt en niet aan de voorschriften voldoet.
De minimumbemanning bestaat uit een schipper, een stuurman en twee lichtmatrozen.
Eén van de lichtmatrozen mag worden vervangen door een deksman.
De voorgeschreven minimumbemanning kan voor de ononderbroken duur van ten hoogste drie maanden per kalenderjaar met een lichtmatroos worden verminderd, als deze lichtmatroos gedurende deze tijd een schippersschool bezoekt. Opeenvolgende periodes met een gereduceerde bemanning moeten door een periode van minimaal één maand worden onderbroken. Het bezoek aan de schippersschool moet worden aangetoond met een verklaring van de schippersschool, die zich aan boord moet bevinden en waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven. Wanneer gedurende de tijd dat de ene lichtmatroos een schippersschool bezoekt, moet de tweede lichtmatroos aan boord zijn. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de lichtmatroos die de minimumleeftijd van 17 jaar heeft bereikt, zich ten minste in het derde leerjaar bevindt en een jaar vaartijd in de binnenvaart kan aantonen.
Bovendien is de volgende gelijkwaardigheid van toepassing: 1 duwbak = meerdere duwbakken met een totale lengte tot en met 76,50 m en een totale breedte tot en met 15 m.
Wanneer een duwbak breder is dan 15 meter is, op basis van de lengte van het samenstel, de naast hogere groep van toepassing.