Duwboot + 3 of meer duwbakken*) of motorschip + 2 of meer duwbakken*) in de exploitatiewijze B met uitrustingsstandaard S1.

De minimumbemanning bestaat uit

  • twee schippers, een stuurman, twee matrozen een lichtmatroos en een machinist of volmatroos; of
  • twee schippers, een stuurman (moet in het bezit zijn van het overeenkomstig dit reglement vereiste schipperspatent), twee matrozen en een machinist of volmatroos.

De lichtmatroos mag worden vervangen door een deksman.

De matrozen mogen door lichtmatrozen worden vervangen die de minimumleeftijd van 17 jaar hebben bereikt, zich ten minste in het derde leerjaar bevinden en een jaar vaartijd in de binnenvaart kunnen aantonen.

Wanneer de uitrusting niet voldoet aan de standaard S1, dient de minimumbemanning te worden verhoogd met één of twee matrozen. Voldoet de uitrusting slechts gedeeltelijk aan de standaard S1 dan moeten de twee matrozen worden vervangen door twee volmatrozen.
De verhoging van de vereiste bemanning wordt door de Commissie van Deskundigen onder nummer 47 van het binnenschipcertificaat ingeschreven.

* het begrip 'duwbak' omvat ook motorschepen zonder eigen in werking gestelde voortstuwingswerktuigen en sleepschepen. Bovendien is de volgende gelijkwaardigheid van toepassing: 1 duwbak = meerdere bakken met een totale lengte van niet meer dan 76,50 m en een totale breedte van niet meer dan 15 m.