Hecht samenstel 37 m < L ≤ 86 m en B ≤ 15 m in de exploitatiewijze A1 dat de grens overschrijdt met uitrustingsstandaard S1.

De minimumbemanning bestaat uit

  • een schipper en een volmatroos; of
  • een schipper, een matroos en een lichtmatroos.

De matroos mag door een lichtmatroos worden vervangen die de minimumleeftijd van 17 jaar heeft bereikt, zich ten minste in het derde leerjaar bevindt en een jaar vaartijd in de binnenvaart kan aantonen.
Wanneer de uitrusting niet voldoet aan de standaard S1, dient de minimumbemanning te worden verhoogd met één matroos.

Voldoet de uitrusting slechts gedeeltelijk aan de standaard S1 dan moet de matroos door een volmatroos worden vervangen.
Deze volmatroos kan door een matroos worden vervangen, indien deze reeds deel uitmaken van de voorgeschreven minimumbemanning.

De verhoging van de vereiste bemanning wordt door de Commissie van Deskundigen onder nummer 47 van het binnenschipcertificaat ingeschreven.

Het begrip 'duwbak' omvat ook motorschepen zonder eigen in werking gestelde voortstuwingswerktuigen en sleepschepen. Bovendien is de volgende gelijkwaardigheid van toepassing: 1 duwbak = meerdere bakken met een totale lengte van niet meer dan 76,50 m en een totale breedte van niet meer dan 15 m.