Stoomschip voor dagtochten dat de Duits-Nederlandse grens overschrijdt met toegestaan aantal passagiers van 1001 tot en met 2000 in de exploitatiewijze A1 met de uitrustingsstandaard S1.

De minimumbemanning bestaat uit

  • twee schippers, drie matrozen en drie machinisten of volmatrozen; of
  • twee schippers, twee matrozen, twee lichtmatrozen en drie machinisten of volmatrozen.

De Commissie van Deskundigen bepaalt of machinisten vereist zijn en vult dit onder nummer 52 van het binnenschipcertificaat in.

De minimumbemanning kan voor de ononderbroken duur van ten hoogste drie maanden per kalenderjaar met een lichtmatroos worden verminderd, als deze lichtmatroos gedurende deze tijd een schippersschool bezoekt. Opeenvolgende periodes met een gereduceerde bemanning moeten door een periode van minimaal één maand worden onderbroken. Het bezoek aan de schippersschool moet worden aangetoond met een verklaring van de schippersschool, die zich aan boord moet bevinden en waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven. Wanneer gedurende de tijd dat de ene lichtmatroos een schippersschool bezoekt moet de tweede lichtmatroos aan boord zijn.

Wanneer de uitrusting niet voldoet aan de standaard S1, dient de minimumbemanning te worden verhoogd met één matroos.
Voldoet de uitrusting slechts gedeeltelijk aan de standaard S1 dan moet de verhoogde matroos door een volmatroos worden vervangen.
De verhoging van de vereiste bemanning wordt door de Commissie van Deskundigen onder nummer 47 van het binnenschipcertificaat ingeschreven.