Stoomschip voor dagtochten dat niet de Duits-Nederlandse grens overschrijdt met toegestaan aantal passagiers van 1001 tot en met 2000 in de exploitatiewijze A1 met de uitrustingsstandaard S1.

De minimumbemanning bestaat uit

  • twee schippers, drie matrozen en drie machinisten of volmatrozen; of
  • twee schippers, twee matrozen, twee lichtmatrozen en drie machinisten of volmatrozen.

De matrozen mogen worden vervangen door lichtmatrozen, die de leeftijd van 17 jaar hebben bereikt, zich ten minste in het laatste leerjaar bevinden en een jaar vaartijd in de binnenvaart kunnen aantonen.

De minimumbemanning kan voor de ononderbroken duur van ten hoogste drie maanden per kalenderjaar met een lichtmatroos worden verminderd, als deze lichtmatroos gedurende deze tijd een schippersschool bezoekt. Opeenvolgende periodes met een gereduceerde bemanning moeten door een periode van minimaal één maand worden onderbroken. Het bezoek aan de schippersschool moet worden aangetoond met een verklaring van de schippersschool, die zich aan boord moet bevinden en waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven. Dit geldt niet voor de eventueel vervangen lichtmatroos.

Wanneer de uitrusting niet voldoet aan de standaard S1, dient de minimumbemanning te worden verhoogd met één matroos.
Voldoet de uitrusting slechts gedeeltelijk aan de standaard S1 dan moet de verhoogde matroos door een volmatroos worden vervangen.
De verhoging van de vereiste bemanning wordt door de Commissie van Deskundigen onder nummer 47 van het binnenschipcertificaat ingeschreven.