Stoomschip voor dagtochten dat niet de Duits-Nederlandse grens overschrijdt met toegestaan aantal passagiers van 501 tot en met 1000 in de exploitatiewijze B met de uitrustingsstandaard S1.

De minimumbemanning bestaat uit drie schippers, twee matrozen en drie machinisten of volmatrozen.

De minister bepaalt of machinisten of volmatrozen vereist zijn en vult dat in het CvO in onder nummer 52.

De matrozen mogen worden vervangen door lichtmatrozen, die de leeftijd van 17 jaar hebben bereikt, zich ten minste in het laatste leerjaar bevinden en een jaar vaartijd in de binnenvaart kunnen aantonen.

Wanneer de uitrusting niet voldoet aan de standaard S1, dient de minimumbemanning te worden verhoogd met één of twee matrozen.
Voldoet de uitrusting slechts gedeeltelijk aan de standaard S1 dan moeten de verhoogde matrozen door volmatrozen worden vervangen.
De verhoging van de vereiste bemanning wordt door de Commissie van Deskundigen onder nummer 47 van het binnenschipcertificaat ingeschreven.